Evert en Alie van de Beek 60 jaar getrouwd

Het echtpaar Evert en Alie van de Beek viert vandaag (maandag 12 mei) hun 60-jarig huwelijksjubileum. Loco-burgemeester Arap-John Tigchelaar bracht het bruidspaar een felicitatiebezoek.

Echtpaar van de Beek Ermelo

Levensloop Evert en Alie van de Beek

Ze zijn beiden geboren in Putten: op Oldenallerallee 5 (1939) en Waterweg 50 (1942). Samen kregen ze vijf kinderen, en inmiddels zijn ze de trotse overgrootouders van zeven achterkleinkinderen.

Hun leven is niet rimpelloos verlopen. Evert is geboren in 1939 en was nog maar een kleine jongen toen die verschrikkelijke razzia Putten trof. Van hun boerderij werden zeven mensen afgevoerd, waaronder zijn vader. Zijn moeder mocht thuisblijven, omdat Evert haar, huilend en vasthoudend, niet wilde loslaten. Een ‘redelijke Duitser’ stond haar dat toe. Wat hun leven voorgoed heeft getekend, is dat zijn vader, tegen alle verwachtingen in, na enkele weken weer thuiskwam. Uniek. Hij was namelijk uit de trein gesprongen die hen op weg bracht naar de concentratiekampen in Duitsland.

Bij Alie thuis vielen ze nét buiten de zone van de razzia. Een wonderlijke speling van het lot.

Na hun huwelijk zijn ze gaan boeren op Klein Oldenaller, tot hun oudste zoon in 1989 trouwde en het stokje overnam. Ze verhuisden toen naar boerderij Drie in Ermelo. Van daaruit werkten ze in maatschap samen met Klein Oldenaller.

Al snel volgde de vraag of Evert op de lijst wilde staan voor de RPF/GPV in Ermelo. Vanuit een zekere welwillendheid stemde hij toe, ervan uitgaande dat hij toch niet gekozen zou worden. Hij stond immers op plek drie van een compleet nieuwe partij. Tot zijn grote verbazing behaalden ze bij de verkiezingen meteen drie zetels. Vier jaar later groeiden ze zelfs naar vier zetels en volgde de vraag om een wethouder te leveren. Na veel overleg, in de fractie en thuis, heeft Evert zich, met de nodige aarzelingen, beschikbaar gesteld. Uiteindelijk werd hij acht jaar wethouder.

Daarna keerden ze, uit noodzaak én verlangen, terug naar de boerderij. Na hun pensionering bleven ze nog enkele jaren, tot zijn 77e, extensief biologisch boeren. Alie was altijd het hart van hun gezin. Ze zorgde voor hun vijf kinderen, handwerkte prachtig, en hield van tuinieren, wat goed te zien was op het erf. Ze bracht vele avonden alleen door, maar deed dat met kracht en toewijding. De boerderij was een plek van aanloop, ontmoeting en warmte. Uiteindelijk verkochten ze, met pijn in het hart, boerderij Drie en werden dorpsbewoners. En dat is goed zo. Ze kijken met verwondering en diepe dankbaarheid terug op hun leven.