De gemeenteraad heeft gisteren in een vijf uur durende vergadering de kadernota unaniem aangenomen. Deze nota biedt een overzicht van de financiële en beleidskaders voor het opstellen van de begroting voor 2026.
Vooral de motie ‘Geen voorrang meer voor Statushouders’ ingediend door De Bruin, fractievoorzitter van de VVD, deed nogal wat stof opwaaien. Met deze motie verzocht De Bruin het college om per 1 oktober te stoppen met het geven van voorrang aan statushouders bij de toewijzing van een woning en dit ook te bespreken met de Woningstichting Putten. De Bruin gaf aan: “Er is een taakstelling om vluchtelingen en anderen op te vangen en dat doen we, maar we gaan ons er nu wel tegen verzetten. Er is geen gelijk speelveld meer en dat wordt onrechtvaardig gevonden. Onze Puttenaren worden op een achterstand gezet. Als we hier al bouwkranen hadden gehad was dit niet nodig. Maar er zijn nog geen bouwkranen te vinden. De woningnood is hoog en de schaarste is enorm.”Er werden moties ingediend, maar ook weer ingetrokken
Van Ooijen van de ChristenUnie reageert: “Het toewijzen van woningen is bestaand beleid. Met deze motie worden de regels vervangen. We hebben een taakstelling vanuit het rijk gekregen. Er zijn mensen die van huis en haard vluchten en wij bieden ze hier in Putten woonruimte en bescherming aan. Ik werp mij hier verre van. Als politiek moeten we dingen oplossen en dit creëert problemen.”
Van de Koot (CDA) vraagt zich af hoe de VVD dit rijmt met de wettelijke plicht die vanuit Den Haag wordt opgelegd. “U spreekt alleen over statushouders. Maar kennelijk mogen dan Puttenaren in nood wel op de voorrangslijst blijven staan. Dat noem ik geen gelijke monniken, gelijke kappen. Hier zit de geur van polarisatie aan.”
Ten Klooster van de SGP noemt de motie in strijd met de geldende verordening. “Wij willen een betrouwbare gemeente zijn en steunen de motie dus niet.”
Hoogendijk van Gemeentebelangen laat zich niet over de motie uit en komt erop terug bij de behandeling van de huisvestingsverordening. Luitjes van Wij Putten noemt de motie prematuur. “Het loopt vooruit op een wetsvoorstel en dat kun je beter niet doen.”
De Bruin reageert op de reacties van de andere fracties: “Ik snap best dat het een ongemakkelijk voorstel is. We mogen er verschillend over denken, maar wij vinden een gelijk speelveld voor iedereen heel erg belangrijk. Ik trek de motie niet in, want in geklets kun je niet wonen.”
Met de uitzondering van de raadsleden van de VVD stemden alle partijen tegen de motie ‘Geen voorrang meer voor Statushouders’ en daarmee werd de motie verworpen.
De motie ‘Weerbaarheid’ werd ook ingediend door de VVD. Deze motie ging erover dat Puttenaren, net als alle Nederlanders, zich meer bewust moeten zijn van een stuk eigen weerbaarheid, omdat de veiligheidssituatie de komende tijd kan veranderen met een directe impact voor inwoners. Daarom werd het college verzocht om de raad in het vierde kwartaal van dit jaar te informeren over de weerbaarheids- en veiligheidsmaatregelen die de gemeente Putten kunnen en moeten ontwikkelen. Burgemeester Lambooij gaaf hierop aan: “Vanmorgen is het algemeen bestuur van de veilgheidsregio bijeengeweest en we hebben hierover gesproken. Er wordt een lijst opgesteld waar we aan moeten voldoen en ik kom hier, nog dit najaar, op terug. Het is een prima motie en u mag het aannemen. Maar het is niet nodig. Het gaat hier gebeuren, net als in de 21 andere gemeente in onze veiligheidsregio.” De Bruin trok na deze toezegging de motie in.
De motie ‘Gewoon zeggen waar het op staat’ werd ingediend door Luitjes van Wij Putten, waarin het college werd verzocht om in de conceptbegroting 2026 - 2029 een actuele doorrekening van de voorkeursvariant zuidelijke ontsluitingsweg op te nemen en daarbij aan te geven hoe de kapitaalslast gedekt kan worden en wat de gevolgen daarvan zijn voor de Puttense huishoudens. Luitjes verduidelijkt: “In de meerjarenbegroting voor de jaarschijf 2029 en verder is een kapitaalslast van 274.000 euro opgenomen. Een jaarlijkse afschrijving van dit bedrag is onvoldoende voor de aanleg van de voorkeursvariant zuidelijke rondweg. De Puttense kiezer heeft het recht om op 18 maart 2026 te weten wat de financiële gevolgen voor de gemeente en dus voor de inwoners zijn.”
Wethouder van Nieuwenhuizen reageert hierop: “Dat is inderdaad niet het goede bedrag. Dit bedrag moet niet worden opgenomen in de jaarschijf van 2029, want dan zou de weg al in 2028 zijn aangelegd. We zijn nu bezig met de haalbaarheidsstudie en we weten nog niet hoe, wat en waar de weg komt. Hiermee zijn ook de kosten nog onbekend. We kunnen pas een raming aannemen als we weten wat het gaat kosten. En dat gaan we echt nog niet weten voor de begroting van 2026.”
Na een schorsing geeft Luitjes aan de motie terug te nemen.
