Harderwijkse visserij anno 2021 ‘een verborgen schat’

Door Harry Schipper – Insiders weten het natuurlijk wel, maar voor veel Harderwijkers – én zelfs Harderwiekers – lijkt het wel of het is gedaan met de visserij in Harderwijk. Maar schijn bedriegt, want…

…er zijn nog altijd veertien kotters met een HK-nummer actief, waarvan zelfs vijf Harderwijk als thuishaven hebben, al liggen die nu ‘verstopt’ in de havens op het industrieterrein

Oud-visser Cor Jansen, de laatste 34 jaar van zijn werkzame leven opzichter en beheerder op het Puttense landgoed Oud Groevenbeek en zelf woonachtig op landgoed Oldenaller, schreef er het boek ‘De Harderwijkse visserij anno 2021’ over, waarvan afgelopen donderdag in het Stadsmuseum het eerste exemplaar werd uitgereikt aan directeur Corien van der Meulen.

De kotters vormen volgens Cor Jansen hét bewijs dat het visserijverleden, waar Harderwijk zo prat op gaat, nog altijd voortleeft in het voormalige Zuiderzeestadje. Dat ze zo verborgen liggen, vindt hij ‘doodzonde’. “De visserij is op deze manier verborgen geworden, Harderwijk heeft daarmee een kans gemist”, stelt hij onomwonden. “De gemeente had de laatste kotters in de Vissershaven moeten beschermen”, vindt hij. Om zijn mening te onderbouwen, heeft Jansen in zijn boek een zelf gemaakte impressie opgenomen, hoe het volgens hem óók had gekund.

Jansen heeft wat met de visserij in Harderwijk. Al was het maar omdat hij jarenlang tweemaal per week vanuit zijn viskraam bij het winkelcentrum in Stadsweiden vis aan de man bracht. Maar we kennen Cor, die nu 68 is en met pensioen, ook als kampioen palingroker die flink wat prijzen in de wacht sleepte en zelfs tweemaal – in 2006 en 2008 - de titel van beste palingroker van heel Nederland binnensleepte.
Cor ging al vanaf zijn tiende mee de zee op, en was veertien toen hij als opstappertje mee mocht met zijn oom, een Katwijkse Noordzeevisser. Jansen kende vrijwel alle oude vissers in Harderwijk nog die zo rond de vorige eeuwwisseling waren geboren en nog met hun houten botters hebben gevist op de toenmalige Zuiderzee, voordat de Afsluitdam er een binnenzee met brak water van maakte. Over die toen allerlaatste Zuiderzeevissers schreef hij al eens eerder een boek ‘Effe kieken, effe proaten’. Inmiddels zijn ze allemaal overleden.

Schrijven is een hobby van Cor Jansen, in de meest letterlijke zin. Niks typen, niks digitaal, want dat is aan Cor niet besteed. Alles schreef hij uit, waarna bevriende vrijwilligers zijn manuscript helemaal uittypten en redigeerden zodat het naar de uitgeverij kon. Tien jaar was hij bezig met het schrijfwerk, dat ook een interview bevat met de in januari van dit jaar overleden vishandelaar Dries van den Berg. In zijn boek verhaalt hij hoe de paar kotters die nog in de Harderwijkse Vissershaven bij het stadhuis lagen afgemeerd, moesten uitwijken naar de industriehavens in Lorentz toen de plannen van het Waterfront gestalte kregen en de Vissershaven werd versmald. De andere negen kotters liggen in havens in Lelystad, Harlingen en Lauwersoog.

Toch denkt Jansen dat er nog genoeg plek is om de stalen kotters weer een plekje te geven in de Vissershaven, het liefst in de buurt van de Botterloods en Vischafslag, waar ook veel toeristen langskomen. Daar zouden wat hem betreft dan net als vroeger schuren moeten worden gebouwd, waarin de vissers hun netten te drogen kunnen hangen.

De uitreiking van het boek had eigenlijk moeten plaatsvinden bij vispaleis Dries van den Berg. Hij had de uitnodigingen voor honderd man, waaronder tal van Harderwijkse vissersfamilies al de deur uit. Helaas gooide corona weer eens roet in het eten en vond de uitreiking daarom plaats in zeer kleine kring, in het Stadsmuseum. Het boek ‘De Harderwijkse visserij anno 2021’ met als ondertitel ‘Een verborgen schat’ is te koop bij de boekhandel en het Stadsmuseum en kost 39,93 euro.