De redacteur van Puttense Zaken ging op stap met Joyce Kamphuis, raadslid van Wij Putten. Ze wilde naar de flexwoning die sinds enkele maanden te vinden is aan de Bijsterenseweg. Daar worden nog dit jaar de resterende zeventien flexwoningen neergezet.
“In maart 2021 heb ik hiervoor de motie ‘Flexwonen, geen woorden maar daden’ ingediend. Deze motie ging over de bouw van veertig flexwoningen op twee verschillende locaties. We leven bijna in tweede helft van 2025 en zijn dus meer dan vier jaar verder. Permanente woningbouw is zeker in deze tijd complex, maar flexwoningen kunnen sneller worden neergezet. Helaas is het qua snelheid niet gelukt en we hebben veel geduld moeten hebben. Toch zijn we blij dat er dit jaar eindelijk achttien woningen worden geplaatst. En natuurlijk is dit maar een druppel op de gloeiende plaat met betrekking tot de woningnood, maar ik ben heel blij als eindelijk de eerste sleutels van de flexwoningen worden uitgereikt. Want we doen het uiteindelijk toch echt voor de woningzoekenden. Wij Putten vindt het zonde dat mensen die hier geboren en getogen zijn uit Putten vertrekken. Terwijl velen Putten eigenlijk helemaal niet willen verlaten. Ik ben me ervan bewust dat achttien flexwoningen het woningprobleem niet gaan oplossen, maar ik hoop wel op achttien hele gelukkige bewoners. Het zijn perfecte huizen om in te starten.”Kamphuis is nu zeven jaar raadslid en ze geeft aan dat ze hier het hardst voor gestreden heeft
Ook maakt Kamphuis zich zorgen over de permanente woningbouw en vooral de betaalbaarheid daarvan. “We zouden het woningprobleem natuurlijk het liefste oplossen met betaalbare reguliere woningen, maar als dat zo lastig blijkt moeten we meer openstaan voor alternatieven. We staan voor heel veel uitdagingen. Het stikstofprobleem is niet gemakkelijk, maar de betaalbaarheid van woningen is onze grootste zorg. Een grote groep van de woningzoekenden is alleenstaand en daarom moeten we echt zoeken naar alternatieven en creatiever gaan denken. Daarom heeft Wij Putten twee jaar geleden de motie ‘Wonen in de achtertuin’ ingediend. Echter vonden we daar geen meerderheid voor in de raad. Ik denk dat veel fracties bang zijn voor veranderingen aan het dorpse karakter van Putten. Echter, we kunnen niet wonen in een openluchtmuseum. En ja, uiteraard komen er ook mensen van buiten de regio hier wonen, maar we kunnen geen hekken om Putten heen zetten. We moeten echt openstaan voor andere scenario’s, want dat is beter dan de jongeren het dorp uitjagen. Als jongeren eenmaal uit Putten weg zijn, komen ze niet zo snel meer terug. Sommige fracties vinden dit soort alternatieven spannend en willen het bij de reguliere woningbouwplannen laten. Ik weet eigenlijk niet zo goed waar we bang voor zijn.”
Met alternatieven bedoelt Kamphuis naast wonen in de achtertuin bijvoorbeeld ook het ombouwen van leegstaande panden, maar ook erfdeelprojecten. “Met het ombouwen van leegstaande panden kunnen we in Putten ook geen grote klappers maken. Maar wellicht zijn erfdeelprojecten wel een spoor waar we naar kunnen kijken”, legt Kamphuis uit. “De agrarische sector staat onder druk en er is veel leegstand in bestaande schuren. Als gevolg van het rijksbeleid zullen er gewoon agrariërs stoppen. Ik zie wel mogelijkheden bij leegkomende agrarische bebouwing voor kleinschalige projecten. Bijvoorbeeld door een schuur terug te bouwen met bijvoorbeeld vijf of tien appartementen . En dat brengt ook weer een toekomstperspectief voor stoppende agrariërs. Ik denk dat we dit zeker moeten onderzoeken, want elke woning die erbij komt is mooi meegenomen.”
Kamphuis is zelf geboren en getogen in Putten en ze vindt het fijn om als raadslid iets terug te kunnen doen voor ‘haar’ dorp. “Ik heb altijd al politieke interesse gehad en miste destijds als jongvolwassene wel wat in Putten. Naast voldoende woningbouw mis ik ook wel wat levendigheid en het jong houden van het dorp. Ik zat vroeger in Ermelo op school en iedereen die ik kende stapte op zaterdagavond op de fiets naar Ermelo. Toch is er wel een tijd geweest dat er hier meer te doen was voor jongeren in het uitgaansleven. Helaas is dat allemaal weer verdwenen. Ik snap wel dat je daar ondernemers voor nodig hebt, want het begint natuurlijk met goede horeca. Maar we kunnen het als gemeente in ieder geval beter faciliteren, want jongeren zijn wel de toekomst.
