​Putten, ons dorp (column)

Putten verandert. Er komen behoorlijk woningen bij in Bijsteren, Rimpeler en Putten-Zuid. Maar ook in het dorp worden woningen toegevoegd. Inbreiding heet dat. Er zijn ook plannen voor een nieuw bedrijventerrein. En nieuwe wegen, zoals de Henslare en wellicht de ontsluiting voor Putten-Zuid. Allemaal prima. We zijn geen slaapdorp, we steken de handen uit de mouwen. Dat mag best gezien worden.

Ondertussen moeten we oppassen dat Putten het dorpse karakter niet verliest.

Het dorpse karakter wordt niet (alleen) bepaald door de grootte van het dorp. Nee, het is vooral beleving. Een belangrijk aspect daarin is ruimte. Nieuwe woonwijken moeten we ruim opzetten. Geen hoogbouw. Een open buitengebied. En in het centrum niet elke hoek volbouwen.

Een ander aspect is groen. Bomen, heggen en bloemen doen veel. Zoals gezegd is het vooral een beleving. En dat moeten we – om zo te zeggen – uitbuiten. Het is niet nodig om alles vol bomen te planten. Zet ze vooral op de goede plek. Denk aan de uitvalswegen van ons dorp. Dat is het visitekaartje. Daar is nog wel wat winst te behalen.

En als het gaat om de beleving van ruimte: doe wat (meer) met de architectuur van de gebouwen. En met het straatmeubilair. Het zit ‘m vaak in de kleine dingen. Maar die moeten dan wél gebeuren. Het zou goed zijn als we met alle plannenmakerij (dus niet alleen met een nieuwbouwwijk) ook de bril even opzetten van het dorpse karakter. En als alle inwoners dat dan doen kan Putten veranderen, maar blijft het een dorp. Ons dorp.

Regelmatig vertelt een Puttense politicus in een column wat hem of haar bezighoudt. Deze keer is het de beurt aan Jan van den Brink, fractievoorzitter van de SGP. Reageren? Stuur een email naar [email protected].