Stichting Lokaal Comité Ontwikkelingssamenwerking (Stichting LCO) is betrokken bij projecten in Kenia in de plaats Mago en omgeving. De projecten die de stichting steunt, hebben vooral betrekking op onderwijs, voedselvoorziening, milieu, gezondheidszorg en agrarische ontwikkeling.
De gemeenteraad van Putten heeft op 1 maart 1990 de Stichting Lokaal Comité Ontwikkelingssamenwerking in het leven geroepen. De burgemeester is voorzitter van het bestuur van deze stichting. De overige bestuursleden zijn vrijwilligers uit Putten die zich graag willen inzetten om het werk van de Stichting LCO uit te voeren.De gemeente Putten stelt hiervoor jaarlijks 13.000 euro ter beschikking als bijdrage aan deze projecten
Burgemeester Lambooij legt uit: “Burgemeester Berkhout heeft ooit bedacht dat er lokaal iets moest gebeuren op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Hij wilde dit uitrollen over de Noord-Veluwe en het moest een samenwerkingsverband worden en geen ontwikkelingshulp. Burgemeester Van Putten heeft ervoor gezorgd dat het geld van de Puttense gemeenschap terecht kwam bij de Stichting Mago. Daar kwam de toenmalige burgemeester terecht, omdat de in Putten woonachtige Cornelis Klomp al bij deze stichting betrokken was. Sindsdien wordt het geld van de Puttense bevolking gegeven aan projecten die de Stichting Mago initieert. Toen ik hier burgemeester werd vond ik ontwikkelingshulp geen taak van de lokale overheid. Totdat ik een kijkje ging nemen in Kenia en zag wat ons gemeenschapsgeld daar voor een verschil maakt voor de inwoners van Mago. En daar kwam bij dat de bevolking daar echt rekent op ons. Toen vond ik het wel erg moeilijk om vast te blijven houden aan mijn standpunt dat ontwikkelingshulp geen taak is van een lokale overheid.”
Lambooij vervolgt: “Als Stichting LCO willen we in Kenia iets van de grond krijgen waar de mensen echt wat aan hebben. We kiezen ervoor om incidentele dingen voor de mensen in Mago te doen. Zo hebben we in het verleden een waterput geslagen. Daar heeft de hele bevolking iets aan. We hebben zonnepanelen op het dak van de school, die de Stichting Mago heeft opgericht, laten leggen. De stroom valt daar regelmatig uit en dan zaten studenten in het verleden rustig de hele dag te wachten totdat de stroom weer werd aangesloten. De zonnepanelen zorgen voor meer continuïteit. Enige tijd geleden was de waterput onherstelbaar beschadigd door wortels van een boom. Toen hebben we besloten om een nieuwe waterput te slaan. Maar we verschaffen ook incidenteel voedselhulp aan de inwoners van Mago. We ondersteunen geen langdurende projecten. Hoewel we soms ook een jaar sparen om een project goed op te zetten. Cornelis probeert altijd goed te luisteren en te kijken wat de mensen in Mago nodig hebben”, aldus Lambooij. Cornelis Klomp vult aan: “In Kenia is honger een vast onderdeel van het dagelijks leven. De inflatie is daar zo ongelofelijk hoog dat mensen niet meer voldoende eten kunnen kopen. Als je bedenkt dat een koffieplukker vijftig eurocent verdiend op een ochtend en de prijzen van eten en bijvoorbeeld diesel vrijwel net zo hoog zijn als bij ons, kun je wel nagaan dat er veel honger wordt geleden. Stichting Mago heeft een voedselproject waarbij we elke dag duizend kinderen een warme maaltijd verschaffen. Maar dat is niet altijd voldoende. Dankzij LCO konden we vorig jaar op 11 oktober gezinnen helpen door het verschaffen van voedselpakketten. Daar konden de mensen een paar weken van eten. Hiervoor werden de armste gezinnen geselecteerd.”
Klomp vervolgt: “We kopen daar de producten in bulk in en dan worden de voedselpakketten gemaakt op onze compound, waar naast de school, ook een gastenverblijf en een medisch centrum is gebouwd.” Cornelis Klomp neemt jaarlijks een kijkje op de compound. Ook burgemeester Lambooij gaat om het jaar naar Mago in Kenia. “We betalen deze reisjes en ons verblijf daar overigens wel uit eigen zak. We vinden het namelijk erg belangrijk dat elk dubbeltje wat de stichting binnenkrijgt wordt besteed aan de mensen daar.”
Op dit moment ondersteunt de Stichting LCO een project waarbij studenten wordt geleerd om tomaten te kweken. Zij leren van hun docent Laban hoe ze het beste hun grond geschikt kunnen maken voor een succesvolle verbouwing van tomaten. “We hebben daar een kas laten bouwen terwijl de studenten, met een eigen gemaakt grondbewerkingsapparaat, de grond gereinigd en vruchtbaar hebben gemaakt. Daarna is de grond in de kas gebracht en zijn de tomatenplanten geplant. Met een zeer goed resultaat. Er zijn inmiddels veel tomaten geoogst”, legt Klomp uit. “Ik was zo blij toen ik de kruiwagen met tomaten zag. Dit is een vreselijk leuk project met snel resultaat. We gaan binnenkort de kas verplaatsen, zodat de zon nog beter haar werk kan doen. We overwegen om tomatenplantjes uit te delen, zodat inwoners ook thuis tomaten kunnen kweken.”
“Om dit soort projecten in Kenia van de grond te krijgen is er enorm veel geduld nodig”, legt Lambooij uit. “Wat wij hier normaal vinden, moeten we daar duidelijk uitleggen, keer op keer. En dan hopen dat het beklijft.”
