Wij Putten stelt vragen over het woningbouwproject aan de Husselsesteeg

Het woningbouwproject aan de Husselsesteeg 22 wordt overschaduwd door procedures. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad op 23 september 2021 vastgesteld, maar er wordt nog steeds niet gebouwd. Wij Putten heeft hierover schriftelijke vragen gesteld aan het college.

Het bestemmingsplan voorziet in de transformatie van 65 stacaravans en één dienstwoning naar 37 woningen

Onder te verdelen in tien tiny houses, zeventien rijwoningen, zes twee-onder-één-kapwoningen en vier vrijstaande woningen. “Nu we twee jaar verder zijn heeft de Raad van State uitspraak gedaan en de gemeente op alle punten in het gelijk gesteld en daarmee is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Dat betekent overigens nog niet dat er nu gebouwd gaat worden, want er loopt nog een zaak bij de Raad van State over de verleende omgevingsvergunning. De fractie van Wij Putten wil niemand het recht ontzeggen om een juridisch geschil aanhangig te maken, maar tegelijkertijd kijken we ook naar onze woningzoekenden, naar de gevolgen van de vertraging voor hen”, legt Herman Luitjes, fractievoorzitter van Wij Putten, uit. “Wij willen van het college weten welke acties er het afgelopen jaar zijn ondernomen om de procedures voortijdig te laten beëindigen. Onze jonge inwoners snakken naar perspectief op de woningmarkt. Wij willen weten welke mogelijkheden het college nu nog ziet om de woningbouw aan de Husselsesteeg zo snel mogelijk op gang te krijgen en of het college bereid is daarin tijd te investeren. Verder vragen we welke leerpunten het college ziet om in andere of toekomstige bouwprojecten minder kostbare proceduretijd te verliezen.”

In de beantwoording van het college is te lezen: “Het bestemmingsplan is in september 2021 door de raad vastgesteld. De aansluitend aangevraagde omgevingsvergunning is in maart 2022 verleend en daarmee mocht gestart worden met de bouw. De gemeente heeft in het vervolgtraject met de bezwaarprocedures veelvuldig overleg gehad met de ontwikkelaar om te kijken naar de mogelijkheden. Echter, de gemeentelijke mogelijkheden zijn nihil in het proces bij behandeling van bezwaar en beroep bij de Raad van State. De ontwikkelaar zelf heeft nog meerdere malen contact gehad met de bezwaarhebbende om te onderzoeken of er ergens mogelijkheden waren om alsnog wijzigingen in het plan aan te brengen en daarmee tegemoet te komen aan de bezwaarhebbende.” Maar deze gespreken hebben, volgens het college, niet geleid tot mogelijke oplossingen.

Het college geeft aan zeker bereid te zijn om tijd te investeren om het project Husselsteeg zo snel mogelijk op gang te krijgen en heeft naast het feit dat de bouwvergunning reeds verleend is ook meegewerkt aan een snelle behandeling van een aparte bouwvergunning ten behoeve van het vooruit trekken van twee woningen binnen het project. Daarnaast houdt de gemeente in het gesprek met de ontwikkelaar de aandacht scherp op voortgang van het proces bij de Raad van State, maar kan daar geen acties aan verbinden. “De Raad van State gaat uiteindelijk zelf over de afhandeling.”

Op de vraag welke leerpunten het college ziet om in andere of toekomstige bouwprojecten minder kostbare proceduretijd te verliezen, geeft het college aan: “Wij zien uit naar de toekomstige nieuwe ervaringen met de Omgevingswet welke in januari van kracht wordt, waarbij met name de inspraak aan de voorzijde van het proces voor besluitvorming zal moeten worden gevoerd. De wijze waarop deze inspraak beoordeeld gaat worden is vormvrij en zal in overleg met de raad ingevuld moeten worden. Hierbij gaat het om het zoeken van de balans tussen bescherming van rechten versus de snelheid, het beperken van procedures en daarmee inperken van rechten. Het laat onverlet dat ook onder de Omgevingswet beroepsprocedures mogelijk zijn en gevoerd zullen worden. Met de ervaringen die we hiermee op zullen doen kan het beleid verder vormgegeven worden.”