Deze zomer reisde ik met mijn gezin door Zuid-Afrika. In Johannesburg bezochten we het Apartheidsmuseum, een indrukwekkende plek die laat zien hoe diep verdeeld een samenleving kan zijn en hoeveel pijn dat veroorzaakt.
Het roept beelden op van gescheiden bussen en scholen, borden met “Whites only” en mensen die hun mond moesten houden omdat ze in de verkeerde groep waren geboren.Apartheid. Een Nederlands woord dat de wereld kent.
Gelukkig wonen wij in een vrij en gelijkwaardig land. Toch vraag ik me soms af: zijn we écht zo anders? De scheidslijnen in Putten zijn onzichtbaar, maar ik voel ze wel.
In het dorpsleven, in de politiek, in de gesprekken die ik hoor op verjaardagen. Mannen die beslissen, vrouwen die vooral volgen. Jongens die hun eigen pad mogen kiezen, meisjes die horen wat “past”. Niet uit kwade wil, maar onder het mom van traditie en “zo doen we dat hier nu eenmaal.”
Dat is misschien nog wel krachtiger dan een wet: een gewoonte waar niemand aan durft te tornen. Het zit in de gewoontes, de vanzelfsprekendheden, de kringetjes waar je wel of niet bij hoort.
Ik schrijf dit niet om met de vinger te wijzen, maar omdat ik geloof dat we meer kunnen zijn dan dit. Dat Putten een dorp kan zijn waar iedereen mee mag praten, meebeslissen en meedoen, ongeacht geslacht, afkomst of overtuiging.
Apartheid is officieel afgeschaft. Maar zolang we doen alsof ongelijkheid normaal is, blijft ze bestaan. Misschien is het tijd om samen de vraag te stellen: hoe vrij zijn we eigenlijk? En hoe maken we ons dorp nog vrijer voor iedereen?
VVD Putten schrijft met enige regelmaat een column voor Puttense Zaken. Deze keer is het de beurt aan Ronald Kingma, commissielid van de VVD. Reageren? Stuur een email naar [email protected].
