Buitengebied verder onder druk

De fractie van SGP Putten is geschrokken van de antwoorden van het college op de vragen over stikstof. In de beantwoording meldt het college dat er voor de opkoopregeling kalverenbedrijven van de provincie maar liefst veertien Puttense ondernemers zich hebben aangemeld. 

Buitengebied verder onder druk

Daarmee is de opkoop van die bedrijven niet rond, maar feit is wel dat Putten aan de rand van het grootste Natura 2000 gebied ligt en dus als eerste aan de beurt zal zijn. De regeling voorziet niet alleen in de opkoop van stikstofrechten, maar hele bedrijven (inclusief grond).

Bovendien worden er door de provincie de laatste tijd, buiten deze regeling om, landbouwbedrijven in de regio opgekocht. De SGP-fractie maakt zich zorgen over de leefbaarheid van het buitengebied nu de economische pijlers er uit worden gehaald en vindt dat het geld beter kan worden besteedt om de sector de mogelijkheid te geven te innoveren, juist op het gebied van uitstoot van stikstof.

De sector heeft vaker laten zien uitdagingen aan te kunnen. Bovendien is er met functieverandering een goede regeling voor de stoppende boer. Verder vindt de SGP de reactie van het college richting de provincie erg mager. Het college geeft namelijk aan: "Er is wel zorg over het opkopen van bedrijven. Deze zorgen zijn ook bij de provincie aangekaart."

Daarom zal de SGP-fractie op woensdagavond 2 maart de SGP-Statenleden, die in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen naar Putten komen, bevragen op het Gelders stikstofbeleid en hen op het hart drukken om blijvend op te komen voor de belangen van de Puttense boeren en het buitengebied.

Wie daarbij aanwezig wil zijn is om 19.30 uur welkom en kan zich aanmelden bij SGP-Putten ([email protected]).

Beantwoording op de vragen van de SGP door het college van burgemeester en wethouders

Naar aanleiding van een presentatie van de provincie voor raadsleden heeft raadslid Jan van den Brink namens SGP Putten vragen aan het college gesteld over de gevolgen van de Gelderse aanpak van stikstof in Putten.

De provincie koopt de bedrijven inclusief de bijbehorende landbouwgrond. Op de vraag of het college met de SGP van mening is dat de grond voor de agrarische sector beschikbaar moet blijven en daarmee dus de agrarische bestemming moet houden geeft het college aan: "De provincie beseft dat de gemeente gaat over bestemmingsplannen en invulling van de locaties. Wij zijn van mening dat de landbouwgrond beschikbaar moet blijven voor de agrarische sector. Deze gronden bieden andere bedrijven bijvoorbeeld de mogelijkheid om te extensiveren in hun bedrijfsvoering."

In de Uitvoeringsagenda (juli 2021) staat dat de provincie voor de uitvoering van de bronmaatregelen samenwerkt met de gemeenten. De SGP wil weten wat de inbreng van Putten is (geweest) en of Putten achter de wijze staat waarop de provincie het stikstofbeleid uitvoert. Het college geeft aan: "De inbreng van Putten verloopt hoofdzakelijk via de regio Noord-Veluwe. Op bestuurlijk en ambtelijk niveau is er in de regio regelmatig onderling overleg en wordt er gewerkt aan een gezamenlijke aanpak. De afgelopen jaren kenmerkten zich door veel vragen rondom stikstof, oplossingsrichtingen en de rol van de diverse partijen. Vanuit een proces waarin iedereen zoekt naar zijn rol, is de samenwerking nu groeiende. Met het nieuwe landelijke coalitieakkoord en de ter beschikking komende gelden openen zich nieuwe mogelijkheden voor samenwerking waarbij een gebiedsgerichte aanpak centraal komt te staan. Daarvoor hebben provincie, gemeenten en de regio elkaar nodig. Vanuit de werkgroep Gelderse Maatregelen Stikstof op de Noord-Veluwe is er nog wel zorg over het opkopen van bedrijven en het te weinig betrekken van gemeentes aan de voorkant. Deze zorgen zijn ook bij de provincie aangekaart."

Met betrekking tot het stikstofdossier trekt Putten samen op met de regio Noord-Veluwe. Vanwege het grote buitengebied is het denkbaar dat Putten er anders in zit dan de andere gemeenten. De SGP wil van het college weten of dat merkbaar is en of de neuzen dezelfde kant opstaan. Het college geeft aan: "Het is juist dat de gemeenten van de Noord-Veluwe van elkaar verschillen en dat het stikstofvraagstuk lokaal een verschillende impact heeft. De overeenkomsten tussen de gemeenten zijn echter groter dan de verschillen. Daarbij merken wij ook dat de problemen, oplossingen en wijze van aanpak niet begrensd worden door gemeentegrenzen maar daar overheen gaan. Met het nieuwe coalitieakkoord komt een gebiedsgerichte aanpak meer en meer op de voorgrond te staan. Vanuit de provincie en de Gelderse Maatregelen Stikstof wordt deze aanpak onderschreven. Tevens is het vraagstuk en de regelgeving die hierover in ontwikkeling is voor alle gemeenten nieuw en is samenwerking waardevol. Tot slot staan gemeenten samen sterker in de relatie en lobby richting provincie en rijk. Dit alles maakt het voor alle gemeenten wenselijk om kennis te delen, samen op te trekken richting andere overheden/partners en samen te werken aan bovenlokale toekomstvisies en -plannen. Op dit moment is er nog geen lokale besluitvorming nodig geweest over regionale stikstofplannen of voornemens. Colleges en raden blijven vrij een eigen lokale afweging te maken die af kan wijken van de besluiten die elders in de regio genomen worden."