Commissie EBOR debatteert over zuidelijke ontsluitingsweg

Een grote groep inwoners van Putten had zich afgelopen maandag verzameld in de raad- en trouwzaal van het gemeentehuis. De bespreking van het voorkeurstracé zuidelijke ontsluitingsweg stond op de agenda van de commissie EBOR (Economie, Bestuur en Openbare Ruimte).

Maar liefst dertien bewoners maakten gebruik van hun spreekrecht

Wethouder van Nieuwenhuizen gaf aan het begin van de vergadering aan nog niet te weten welke gevolgen een besluit van de provincie over de oude bosgroeiplaatsen voor het voorkeurstracé zal hebben. “Voor het voorkeurstracé zijn we uitgegaan van de huidige regelgeving. Nu zijn we onlangs door de provincie op de hoogte gebracht dat de oude bosgroeiplaatsen van de Oude Nijkerkerstraat en de Matseweg mogelijk aan elkaar worden gekoppeld. Daardoor worden deze gebieden wel lastiger om op die plek tot een ontsluitingsweg te komen. Er is op dit moment nog geen besluit genomen door de provincie en daarom kennen we de gevolgen niet. Maar dit hangt wel boven de markt.”

Er waren twaalf inwoners die zich uitspraken tegen de komst van de zuidelijke ontsluitingsweg en een bewoner die sprak namens meerdere bewoners van de Harderwijkerstraat gaf aan de zuidelijke ontsluitingsweg van groot belang te vinden om ons dorp te ontlasten van verkeer.

Nadat alle commissieleden hun vragen en bedenkingen richting de wethouder hadden uitgesproken gaf wethouder Van Nieuwenhuizen aan: “We bespreken vanavond of de gemeenteraad bereid is een aanvullend voorbereidingskrediet beschikbaar te stellen van 700.000 euro om een haalbaarheidsonderzoek te kunnen doen voor het aanleggen van deze zuidelijke ontsluitingsweg. Een dergelijke weg is een enorme opgave voor ons dorp en het is belangrijk hier met elkaar over te spreken.”

Ter verduidelijking legt de wethouder uit: “We hebben twee hoofdstromen die door ons dorp voeren. En dat is van Nijkerk naar Ermelo via de Nijkerkerstraat. En van Ermelo naar Voorthuizen. Dat is de route die nu via de Harderwijkerstraat en de Voorthuizerstraat gaat en die we eigenlijk willen laten aansluiten aan de zuidkant. Dat zou betekenen dat al het doorgaande verkeer niet meer door het dorp zal rijden, maar langs de zuidkant wordt gevoerd. Tussen deze hoofdstromen zitten de wijkontsluitingen. Dan hebben we het over de doorgaande route van de Stationsstraat en de Engweg. En de Van Geenstraat en de noord-zuidverbinding van de Voorthuizerstraat en Harderwijkerstraat. Daar komt dan in de toekomst ook de aantakking van de nieuwe woonwijk op de zuidelijke ontsluitingsweg bij. Als je wilt dat een verkeerssysteem gaat functioneren zoals je dat beoogt zijn er verschillende maatregelen nodig. Die hebben we uiteengezet en verder uitgewerkt met betrekking tot de zuidelijke ontsluiting.”

Van Nieuwenhuizen vervolgt: “Een van die maatregelen is bijvoorbeeld de knip op de Voorthuizerstraat ter hoogte van de Welkoop. Zo’n knip is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het verkeer de route neemt die wij beogen. Zonder deze fysieke maatregel blijft het verkeer gaan zoals het ging. Of dit de meest logische knip is moeten we verder onderzoeken. Met de verkenning die nu voorligt hebben we een eerste opzet gemaakt. Zijn dit nu exact de maatregelen die we allemaal moeten nemen. En is dit haalbaar en uitvoerbaar. Dat moeten we eerst goed uitzoeken en dan komt het momentum waarop we een besluit nemen. Wij zien nog best wel wat knelpunten en vraagtekens. En die vragen echt om een verdere verdiepingsslag. Ook de brief van de provincie kan impact hebben. Het huidige voorkeurstraject loopt door die bosgroeiplaatsen heen. Er is nog geen besluit over genomen en we weten niet wat de provincie gaat besluiten. We hopen hier in het eerste kwartaal van 2025 meer duidelijkheid over te krijgen”

Nog een punt van aandacht is het feit dat de provincie druk aan de slag is met de aanpak van de N303. “Zij hebben aangegeven er kennis van te hebben genomen waar wij mee bezig zijn, maar dit is voor hen geen aanleiding om te stoppen met hun voorgenomen werkzaamheden. Zij willen er met ons over in gesprek te blijven en er ligt geen nee vanuit de provincie op dit moment.”

Over de financiering van de weg zegt Van Nieuwenhuizen het volgende: “De financiering van de weg heeft een grotere verdiepingsslag nodig. Daarbij komt dat we ook graag willen kijken of we organisaties kunnen vinden die willen meefinancieren. Maar eerlijkheidshalve heb ik daar geen grote hoop op en ik verwacht dat de kosten en aanvullende maatregelen grotendeels voor rekening komen van de gemeente. Wel verwacht ik dat deze haalbaarheidsstudie hier antwoorden op gaat geven. Als we dat helder hebben kunnen we pas keuzes maken.”

De commissieleden geven hun reactie. Van Dam van Gemeentebelangen geeft aan dat niks doen geen optie is. De Bruin van de VVD wil eerst een plan zien hoe deze zuidelijke ontsluitingsweg gefinancierd gaat worden. Ook Luitjes van Wij Putten wil eerst de financiën helder hebben. “Laten we nu eerst een paar scenario’s doorrekenen en kijken wat het betekent voor de kapitaalslast. Ik wil wel eerst een gevoel hebben over de gevolgen van de gemeentelijke financiën”, aldus Luitjes.

Van de Koot van het CDA geeft aan: “Over dit project zullen we nog wel vaker praten. Voor ons is het belangrijk om goed te kijken naar de aansluiting op de Voorthuizerstraat en dat geldt ook voor de knip. We nemen het mee naar de fractie en zien dan wel wat er gaat gebeuren.”

Reijersen van Buuren van de SGP wil dat het college de haalbaarheidsstudie getrapt gaat uitvoeren. “Pak eerste de knelpunten aan. Hier zouden we graag een stappenplan van ontvangen. Ook is het voor ons belangrijk dat zorgvuldigheid boven snelheid gaat. Het irriteert mij dat de provincie weinig mogelijkheden geeft om tot samenwerking te komen met betrekking tot de werkzaamheden aan de N303. Ik roep de wethouder op om nog eens opnieuw het gesprek met de provincie aan te gaan.”

Van Ooijen van de ChristenUnie noemt de discussie boeiend en ziet ook wel mogelijkheden om dit besluit met elkaar te verbeteren. “Toch wil ik weten wat de provincie zal vinden van het aanleggen van een weg in een gebied waar ook de das leeft. Ik wil voorkomen dat we avonden debatteren en een hoop praten, maar als we er niets mee kunnen bereiken is het niet nodig.”

Reijersen van Buuren geeft aan: “Ik begin het vervelend te vinden dat we onze dierenpopulatie nog hoger gaan achten dan de leefomgeving van onze bewoners.” Van Ooijen vindt hiervan: “We hebben rentmeesterschap over de natuur te dragen.”

Op donderdag 28 november zal de gemeenteraad zich verder uitspreken over het vrijgeven van het voorbereidingskrediet met betrekking tot de zuidelijke ontsluitingsweg.